Startklachten zijn terug te voeren op spanningsverlies tussen klem 50 van contactsport naar startmotorrelais, of een te grote verwarming van de spoel van het startmotorrelais
Door het naderhand inbouwen van een contactrelais kunnen de startmoeilijkheden worden opgelost
De inbouw moet aan de hand van onderstaande tekening worden uitgevoerd
Het relais, onderdeelnr. 901.615.102.00, wordt in de motorruimte met een plaatschroef aan de schokbrekerdwarstravers bevestigd (onder de plastic kap, onderdeelnr. 914.559.227.10) links in de rijrichting
De bruine kabel (1,5 mm2) tussen klem 86 van het relais en de massa (bevestigingsschroef relais) monteren
De doorgeknipte gele kabel (komend van de regelplaat)
met de geel/groene kabel (1,5 mm2) aansluiten op klem 85
Het andere eind van de gele kabel aan klem 87 aansluiten
De extra verbinding (rood) 4 mm2 van de accu (+ pool) langs de binnenzijde van de achterwand langs leggen (de aanwezige kabelklemmen gebruiken) en aan klem 30 van het relais aansluiten
Alle kabelaansluitingen zorgvuldig aanbrengen en goed isoleren (platte stekkers en hulzen gebruiken)