Klachten over het doorzakken van achterasveren waren een reden om deze zaak te onderzoeken.
Bij controle van auto’s hierop werd vastgesteld, dat de rubberring (onderdeelnr. 914 333 513 01) gedeeltelijk over de conisch gevormde veerplaat (onderdeelnr. 914 333 522 01) heen was geschoven.
Bij reparaties dienen de rubberringen te worden vervangen en tussen de moer en de veerschotel een ring te worden gelegd (zie afbeelding 1).
Vanaf 8-11-71 werd deze ring bij de serieproductie reeds gemonteerd. De ring (2 per auto) werd met onderdeelnr. 914 333 515 01 in het onderdelenboek van het type 914 opgenomen.
In plaats van de bovenste bevestigingsmoer 900 084 012 01 moet een plattere moer (onderdeelnr. 999 084 110 02) gemonteerd worden.
Afbeelding 1:
Om te kunnen vaststellen of de achterzijde van de auto doorgezakt is, wordt aangeraden het volgende te doen:
Aan de hand van schets 2 een meting te doen met een krasblok, bij punten A en B. Het verschil tussen A en B mag 25 mm +/- 10 mm bedragen. Het hoogteverschil tussen links en rechts mag de 10 mm niet overschrijden.
Worden grotere verschillen vastgesteld, dan dient een ring gemonteerd te worden zoals men op tekening 1 kan zien (aan iedere zijde van de auto één).
Afbeelding 2: